verslaving

Wanneer ben je verslaafd?

Er is een dunne lijn tussen misbruik en verslaving. Hoe weet u of u die grens heeft overschreden? Het eenvoudige antwoord is dat er sprake is van verslaving wanneer uw middelengebruik of gedrag uw lichamelijke, geestelijke, sociale of financiële welzijn schaadt.

Het sleutelwoord is schade, wat betekent dat u uw fysieke en psychische gezondheid in gevaar brengt omdat de drang om drugs, alcohol of gedrag te gebruiken moeilijk te beheersen is.

De American Society of Addiction Medicine definieert verslaving als:
een behandelbare, chronische medische ziekte waarbij complexe interacties tussen hersencircuits, genetica, de omgeving en iemands levenservaringen een rol spelen. Mensen met een verslaving gebruiken middelen of vertonen gedragingen die dwangmatig worden en vaak doorgaan ondanks de schadelijke gevolgen.

De schadelijke gevolgen van verslaving omvatten:

  • permanente veranderingen in de hersenchemie;
  • gezondheidscomplicaties;
  • relatieproblemen;
  • juridische problemen;
  • financiële problemen;
  • verwondingen of handicaps;
  • overdosis;
  • overlijden.

Soorten verslavingen

Verslaving wordt grofweg in twee categorieën ingedeeld:

Chemische verslaving

Chemische verslaving is het dwangmatig gebruik van gefabriceerde middelen die schadelijke natuurlijke of synthetische stoffen bevatten. Chemische verslaving kan leiden tot chronische, progressieve veranderingen in de hersenchemie die mogelijk fataal zijn.

Chemische stoffen met een hoog risico op misbruik zijn onder andere:

  • Alcohol;
  • Opioïden;
  • Stimulerende middelen;
  • Kalmeringsmiddelen;
  • Hallucinogene middelen;
  • Psychedelica;
  • Marihuana;
  • Nicotine.

Gedragsverslaving

Bij gedragsverslaving gaat het om dwangmatige, aanhoudende, herhaalde handelingen of activiteiten die u uitvoert zonder dat u er echt baat bij heeft.

Gedragsverslavingen zijn onder andere:

Welke criteria worden gebruikt om een verslaving vast te stellen?

Het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) geeft een lijst met criteria waaraan moet worden voldaan om de diagnose stoornis in het gebruik van drugs vast te kunnen stellen. In de laatste versie van de officiële tekst – DSM-5 – is de term verslaving vervangen door stoornis in het middelengebruik, waardoor middelenmisbruik en -afhankelijkheid worden gecombineerd in één classificatie.

De DSM-5 criteria voor de stoornis in het middelengebruik – verslaving – zijn gegroepeerd in vier hoofdcategorieën:

Verminderde controle

  • buitensporig veel tijd besteden aan het zoeken naar drugs, alcohol of risicovol gedrag;
  • verlangens die zo intens zijn dat ze uw vermogen om te functioneren aantasten;
  • grotere doses gebruiken dan bedoeld of meer deelnemen aan risicovol gedrag;
  • een cyclus van herstel en terugval.

Sociale problemen

  • middelengebruik of risicovol gedrag met gevolgen voor familie, vrienden en werkrelaties;
  • verlies van belangstelling voor activiteiten die gewoonlijk plezier brengen;
  • afwezigheid van school en werk;
  • in de steek laten of verwaarlozen van kinderen;
  • gendergerelateerd geweld;
  • sociale fobie.

Risicovol gedrag

  • fysiek gevaarlijke situaties (dronken autorijden, over straat lopen, ‘s nachts alleen lopen);
  • gebruiken op riskante plaatsen;
  • afnemende lichamelijke en geestelijke gezondheid;
  • financiële ondergang;
  • scheiding, vervreemding;
  • beroving, aanval, verkrachting;
  • dood.

Lichamelijke afhankelijkheid

  • vaker krachtigere doses gebruiken om hetzelfde effect te bereiken;
  • toegenomen dwang tot gebruik of risicovol of schadelijk gedrag;
  • ontwenningsverschijnselen wanneer u stopt met de stof of activiteit.

Wat zijn de 11 officiële DSM-5 criteria voor een stoornis in middelengebruik?

De diagnose stoornis in het gebruik van middelen – verslaving – wordt gesteld als u binnen twaalf maanden aan twee of meer van de elf DSM-5-criteria voldoet. U heeft een lichte verslaving als u voldoet aan twee tot drie criteria, een matige verslaving als u voldoet aan vier tot vijf, en een ernstige verslaving als u voldoet aan zes of meer.

Bron: DSM-5 Criteria for Substance Use Disorders: Recommendations and Rationale

Behandeling alcoholisme

Alcoholisme heet nu stoornis in het gebruik van alcohol (AUD). De nieuwe term beschrijft nauwkeuriger een aandoening die verschillende stadia doorloopt, van alcoholtolerantie tot afhankelijkheid en verslaving. Alcoholisme draagt het sociale stigma van "zwaar drinken", terwijl AUD (alcoholverslaving) de biologische neveneffecten van langdurig alcoholgebruik omvat.

Lees Meer

Wanneer ben je verslaafd?

Er is een dunne lijn tussen middelenmisbruik of -misbruik en verslaving. Hoe weet u of u die grens heeft overschreden? Het eenvoudige antwoord is dat er sprake is van verslaving wanneer uw middelengebruik of gedrag uw lichamelijke, geestelijke, sociale of financiƫle welzijn schaadt.

Lees Meer

Wat is een stoornis in middelengebruik?

Stoornis in het gebruik van middelen is de nieuwe medische term voor verslaving. Het vervangt woorden als middelenmisbruik en middelenafhankelijkheid. Het is een chronische psychische aandoening veroorzaakt door het dwangmatig gebruik van alcohol of drugs, of beide, die leidt tot permanente veranderingen in de structuur en functie van de hersenen.

Lees Meer