Welke omgevingsfactoren spelen een rol bij verslaving?
Ja, erfelijkheid speelt een rol in het risico om een verslaving te ontwikkelen, maar er zijn ook omgevingsfactoren die bijdragen tot het risico. U zou dit “nature versus nurture” kunnen noemen.
De 6 omgevingsfactoren die een sterke invloed hebben op hoe vatbaar iemand is voor verslaving zijn:
1. Een gelijktijdige psychische aandoening hebben
Volgens rapporten gepubliceerd in de Journal of the American Medical Association:
- heeft ruwweg 50 procent van de mensen met ernstige psychische stoornissen te maken met middelenmisbruik.
- hebben 37 procent van de alcoholverslaafden en 53 procent van de drugsverslaafden ook minstens één ernstige geestesziekte.
- van alle mensen die gediagnosticeerd zijn als geestesziek, misbruikt 29 procent alcohol of drugs.
De aanwezigheid van een psychische aandoening en een verslaving tegelijkertijd staat bekend als een dubbele diagnose. Beide aandoeningen hebben dezelfde symptomen en het is vaak moeilijk om te weten welke van de twee het eerst optrad. Een stoornis in het middelengebruik hoeft niet direct tot verslaving te leiden en omgekeerd, maar de twee zijn vaak met elkaar verbonden.
2. Een avontuurlijke en risicovolle persoonlijkheid hebben
Uit onderzoek blijkt dat sensatiezoekers kwetsbaarder zijn voor het ontwikkelen van een verslaving. Mensen die houden van de adrenalinestoot van risicovolle avonturen geven zich vaak over aan impulsief gedrag en vertonen weinig controle bij het experimenteren met gevaarlijke activiteiten.
Mensen met hogere niveaus van het hormoon dopamine in hun hersenen en een lagere gevoeligheid daarvoor zijn geneigd risico’s te nemen en op zoek te gaan naar gedrag, activiteiten of stoffen die dopamine in hun systeem stimuleren. Dopamine speelt een rol bij het versterken van het verlangen van de hersenen naar genot en is de primaire neurotransmitter die in verband wordt gebracht met verslaving.
3. Afgesloten en voorzichtig zijn
Afgezonderde of voorzichtige mensen hebben moeite met het ontwikkelen van sociale relaties en kunnen lijden aan een laag zelfbeeld. Veel van deze mensen lijden ook aan bijkomende psychische aandoeningen zoals depressie of een angststoornis.
Zij kunnen naar alcohol of recreatieve drugs grijpen om hun zelfvertrouwen te vergroten of om pijnlijke gevoelens van eenzaamheid, verdriet of hopeloosheid te beheersen. Naarmate de tolerantie voor de stof toeneemt, gebruiken ze meer en vaker en neemt het risico op verslaving toe.
4. Een obsessieve-compulsieve stoornis hebben
Mensen met de diagnose obsessieve-compulsieve stoornis (OCD) hebben een grotere neiging om een verslaving te ontwikkelen. Obsessief en compulsief gedrag is uitputtend en mensen die met OCD worstelen beheersen hun impulsen of gevoelens vaak door zelfmedicatie met voorgeschreven geneesmiddelen of het drinken van alcohol om zich rustiger en meer ontspannen te voelen.
Zwaar of langdurig gebruik van de door hen gekozen drug verandert de werking van hun hersenen en leidt tot tolerantie. Dit kan leiden tot een verslaving.
5. Apathisch zijn
Personen die apathisch gedrag vertonen, hebben meer kans om een verslaving te ontwikkelen. Apathie is wanneer u geen interesse of motivatie heeft om iets te doen of u niets aantrekt van wat er in de wereld om u heen gebeurt. Apathie kan een symptoom zijn van een psychische aandoening.
Apathische mensen tonen weinig tot geen aandacht voor hun welzijn en zijn eerder geneigd drugs of alcohol te gebruiken om zich bezig te houden of zich af te leiden van pijnlijke gevoelens van eenzaamheid, depressie of hopeloosheid.
6. Slechte impulscontrole hebben
Mensen met een slechte impulscontrole of die moeite hebben zichzelf te reguleren, lopen een groter risico een verslaving te ontwikkelen. Zij hebben het vaak moeilijk om alles met mate te doen, inclusief het reguleren van hun gedrag, gedachten en gevoelens. Voorbeelden zijn mensen met een eetstoornis en mensen met een gok-, internet- of pornoverslaving.